Onze bio-raffinaderij verwerkt al onze grondstoffen, voornamelijk maïs, tot een aantal producten met toegevoegde waarde, zoals blijkt uit onderstaande flowchart.
Het proces maakt gebruik van het zetmeel (in feite suiker) dat in de korrels beschikbaar is. De suikers uit het graan worden uiteindelijk omgezet in vloeibare energie: alcohol. Het eiwit in het graan wordt maximaal geconserveerd, en aangevuld met waardevolle gisteiwitten, en wordt een zeer voedzaam dierenvoer. Alle belangrijke stappen worden in het stroomdiagram weergegeven en hieronder nader toegelicht.
Aangezien zetmeel niet zonder meer kan gisten, zijn er voorbereidende stappen nodig. Maïs wordt bijvoorbeeld eerst gemalen, gemengd met water, gekookt en gemanipuleerd door speciale enzymen. De ‘pap’ die na afkoeling ontstaat, gaat naar een vergister waar gist en andere enzymen worden toegevoegd. Tijdens de fermentatie (vergisting) zet de gist de suikers om in ethanol en CO2.
De fermentatiecyclus duurt 50 tot 60 uur bij een temperatuur van 30 tot 32°C en het resulterende product, dat ‘bier’ wordt genoemd, heeft een alcoholgehalte van 16 tot 18 volumeprocent.
Daarna volgt het distillatieproces om de alcoholstroom te concentreren en te zuiveren.
De laatste fase van het proces is de dehydratatie waarbij het resterende water wordt verwijderd om ethanol met minder dan 0,3 % water te produceren. We noemen dat ook wel “absolute” of “watervrije” alcohol.
De reststroom (het bier ontdaan van alcohol) wordt in verschillende stappen verder verwerkt tot diervoeder. Hierbij wordt de vezelfractie (natte distillatiekorrels) van de geklaarde vloeistof (dunne rol) gecentrifugeerd. De dunne stoom wordt verdampt tot een siroop (gecondenseerde distilleerkorrels). Natte distillatiekorrels en gecondenseerde distillatiekorrels worden vervolgens gemengd en gedroogd tot DDGS.
Tijdens het verdampen van de dunne (rest)stroom wordt de maïsolie, na voorbehandeling, met behulp van een centrifuge afgescheiden.